Het korte antwoord is: niet helemaal. Wanneer de belasting verandert, verandert meestal ook het toerental van de wisselstroommotor, maar de mate van verandering is afhankelijk van het type motor.
1. Asynchrone wisselstroommotor (inductiemotor)
Dit is de meest voorkomende en wijdverbreide AC-motor, bijvoorbeeld in ventilatoren, waterpompen, gewone gereedschapsmachines, etc.
Werkingsprincipe: De snelheid van de rotor “haalt” altijd in, maar is lager dan de synchrone snelheid van het roterende magnetische veld van de stator, en dit snelheidsverschil wordt “slip rate” genoemd.
Prestaties tijdens belastingveranderingen:
Onbelast of licht belast: het rotortoerental ligt heel dicht bij het synchrone toerental en de slip is heel klein.
Wanneer de belasting toeneemt: Om een groter koppel te leveren om de belasting aan te drijven, moet de rotor harder werken om de magnetische inductielijnen te verbreken, wat betekent dat de slipverhouding moet toenemen.
Het werkelijke toerental van de rotor zal dus afnemen.
Kenmerk: Asynchrone motoren hebben “harde mechanische eigenschappen”, wat betekent dat wanneer de belasting binnen het nominale bereik verandert, de snelheidsdaling relatief klein is (meestal bedraagt de slipfactor bij nominale belasting ongeveer 3%-5%).
Een motor met een synchrone snelheid van 1500 RPM kan bijvoorbeeld 1490 RPM bereiken als hij onbelast is en dalen tot 1450 RPM als hij volledig belast is.
Conclusie: Bij asynchrone motoren zal het toerental licht afnemen naarmate de belasting toeneemt;
Naarmate de belasting afneemt, zal de snelheid licht toenemen.
Het kan niet absoluut constant blijven.
2. AC-synchrone motor
Dit type motor wordt veel gebruikt in toepassingen waarbij een extreem hoge snelheidsnauwkeurigheid vereist is, zoals generatoren, grote compressoren, precisiemachines voor textiel, etc.
Werkingsprincipe: De snelheid van de rotor komt strikt overeen met de synchrone snelheid van het roterende magnetische veld van de stator. Er is geen slip tussen beide.
Prestaties tijdens belastingveranderingen:
Binnen een bepaald belastingsbereik blijft de snelheid van de synchrone motor strikt constant, zolang de netfrequentie constant blijft. Deze snelheid verandert niet als de belasting verandert.
Er is echter een limiet: als het belastingskoppel het maximale synchrone koppel overschrijdt dat de motor kan genereren (d.w.z. het "uit de pas"-koppel), zal de motor "uit de pas" raken en zal het toerental scherp afnemen totdat het stopt.
Dit is een foutstatus.
Conclusie: Bij synchrone motoren is het toerental binnen het normale belastingsbereik absoluut constant.
Dit is de enige wisselstroommotor die echt een constante snelheid kan handhaven.
3. Wisselstroommotor met variabele frequentieregeling (gangbare oplossing in de moderne industrie)
Dit is de meest gebruikte methode in de moderne industrie om een constante snelheid te bereiken.
Zowel asynchrone als synchrone motoren kunnen in combinatie met een frequentieomvormer worden gebruikt.
Werkingsprincipe: Door gebruik te maken van een “frequentieomvormer” om de frequentie en de spanning van de voeding naar de motor te veranderen, kan het toerental van de motor nauwkeurig worden geregeld.
Prestaties tijdens belastingveranderingen:
Frequentieregelaars hebben doorgaans een gesloten-lusregeling voor de snelheid.
Het systeem detecteert in realtime de werkelijke snelheid van de motor via sensoren, zoals encoders.
Wanneer de belasting toeneemt en de snelheid de neiging heeft af te nemen, zal het besturingssysteem onmiddellijk de uitgangsfrequentie en -spanning verhogen, het motorkoppel verhogen en de snelheid "terugtrekken" naar de ingestelde waarde.
Wanneer de belasting wordt verlaagd, zal de output afnemen en zal de snelheid niet kunnen toenemen.
Conclusie: Door de gesloten-lusregeling van de frequentieomvormer kunnen wisselstroommotoren een hoge, constante snelheid handhaven over een breed belastingsbereik.




